File

 

“Er staat een file van zeven kilometer op de A20 tussen Hoek van Holland en Gouda in verband met een ongeluk. De vertraging loopt op tot meer dan een uur.” De stem van de man op de radio klinkt hol, alsof hij in een groot, leeg biologielokaal zit. Een lokaal met half gebroken, roomwitte tegeltjes om de giftige vloeistoffen en ingewanden van uit zichzelf gestorven kikkers af te weren. In het midden van de ruimte een extra grote wasbak en in de hoek een speciaal afzuigsysteem. Er hangen in dit lokaal geen kaarten met de doorsnede van een kever en de verschillende soorten planten uit de tuin aan de muur. Daarom klinkt het zo hol.
Leo kijkt door het raam aan de passagierskant. Er ligt een zwarte auto op z’n kop. In de verte klinkt vaag het geluid van een ambulance. Biologielokalen hebben iets. Sanne hield altijd al van biologie. Voor haar vierde verjaardag vroeg ze een microscoop. Het was niet lang voordat haar moeder overleed. Ze was ’s ochtends al vroeg wakker geweest. Leo had haar cadeau in de bijkeuken gezet, maar dat had ze gevonden. Nog voordat ze een ontbijttaartje had gegeten of zelfs de kleurrijke slingers had bewonderd, had ze het zorgvuldig uitgezochte roze cadeaupapier van de doos gescheurd. Daarna had ze haar rode laarsjes aangedaan en was ze met haar emmertje de tuin in verdwenen. Leo had haar bestudeerd vanuit het slaapkamerraam. Het had die nacht geregend en terwijl Sanne op zoek was naar bruikbare insecten, werd haar witte pyjamabroekje elke minuut modderiger. Maar dat was niet erg. Het was haar verjaardag. Leo had pannenkoeken gebakken en had ze feestelijk op tafel geserveerd voordat Sanne met haar modderige laarzen binnenstapte. Sanne’s moeder sliep nog. Die sliep meestal.
“Tussen Hoek van Holland en Gouda, op de A20 is een ongeluk gebeurd. Bij het ongeluk zijn drie voertuigen betrokken geraakt. De oorzaak is nog onbekend.” Het is niet meer de meneer van het filebericht. Het is de meneer van het nieuws. De ambulance is niet ver meer. Leo klemt zijn handen steviger om het stuur. Om de zwarte auto staat een groepje mensen. Een agent probeert tevergeefs de groep op afstand te houden. Natuurlijk kijken ze toe. Mensen kijken graag naar andermans leed. Sanne niet. Sanne hielp mensen. Ze was tien jaar en bestudeerde op een avond voor de zoveelste keer de ene helft van een worm. “Als ik dood ben, eten de wormen mij onder de grond op, toch?” had ze gevraagd.
“Ja Sanne, dan eten ze je op,” had Leo geantwoord. Een beter antwoord had hij niet gehad. Waarom zou hij ook. Die tijd lag nog ver voor haar. Vanaf de straat klonk een piepend geluid en Sanne sprong op van haar stoel. Door het raam zag ze hoe een jong meisje van amper vijf jaar oud op straat lag, met vlak voor haar de neus van een auto. Sanne rende op haar blote voeten de straat op en ging zonder te twijfelen naast het meisje zitten. Het kind had niks, de auto had haar op een haar na gemist. Maar ze was van streek, dat wist Sanne. En dus aaide ze het meisje voorzichtig door haar haar. Heel rustig, met constante bewegingen. Ze zei niks, ze aaide alleen maar. Tot er geen tranen meer op de grond drupten en het geschrokken kind voorzichtig opstond.
“Op de plek van het ongeluk is precies vijf jaar geleden rond dit tijdstip een soortgelijk ongeluk gebeurd,” klinkt er door de speakers. Leo knijpt zijn ogen tot spleetjes. De lampen van de ambulance zijn fel. Vijf jaar geleden. Het was in het nieuws, net als nu. Hij was op weg naar het graf van zijn vrouw. Leo had zich afgevraagd of de slachtoffers van het ongeluk ook kinderen achterlieten. Die hadden er waarschijnlijk niet voor gekozen om hun kinderen achter te laten, dacht hij. Op de begraafplaats werd hij gebeld. Sanne was overleden. Ze had een ongeluk gehad.
“Meneer, hoort u mij?” De radio is stilgevallen. Zwaailichten van politiewagens en ambulances weerkaatsen in alles. Het glas, de spiegels, het metalen merkplaatje op het stuur. Ja, hij hoort de man. Het raam is kapot, dus geluid dringt makkelijk door in de auto. Leo laat zijn kin op zijn borst zakken. Zijn witte T-shirt is rood. Op zijn schoot ligt een foto van Sanne.

Lotte

Leave a Reply

Your email address will not be published.