Tranen uit een ander leven

Levens zijn er in verschillende soorten en maten. Voor sommigen zit alles mee, voor anderen zit het leven soms even tegen. Ergens op de wereld haalt een jongvolwassenen zijn diploma, wordt er op dat tijdstip ergens een kind geboren en trouwen twee mensen die veel van elkaar houden. Op dat zelfde moment sterft er ergens een moeder. Maar er sterven zoveel moeders tegelijkertijd. Jonge moeders, oude moeders, overgrootmoeders… Wanneer je erbij stilstaat denk je er misschien een seconde over na, haal je je schouders op, ga je weer verder met je dagelijkse bezigheid en ben je het gelijk weer vergeten. Je kent die moeders niet, laat staan de kinderen van die moeders. Natuurlijk sterven er moeders, net zoals er vaders sterven en opa’s en oma’s. Soms sterven er zelfs kinderen. Maar zo lang het niet jouw moeder, jouw oma of jouw kind is, haal je je schouders op en gaat het leven door.

Op maandagochtend zat ik in de trein naar Zwolle. In Amersfoort kwam er een aardige jongen naast me zitten. Hij was ongeveer zo oud als ik; ergens in de twintig. Hij haalde zijn MacBook Air tevoorschijn en bewerkte een foto van een houten gekleurde bank, terwijl hij muziek luisterde door oordopjes die aan zijn iPhone waren verbonden. Ik hield een boek op mijn schoot: het eerste deel van de ‘verboden boeken’ die je gratis bij de Volkskrant kreeg. Ik deed alsof ik las, maar stiekem keek ik vanuit mijn ooghoek hoe de jongen de achtergrond van de foto wegwerkte in Photoshop. Toen ging zijn telefoon. We zaten in de stiltecoupé. Met een zachte stem nam hij op. Ik luisterde onopvallend naar zijn telefoongesprek. Hij vertelde degene die hem belde dat hij in de trein zat. “Wat?!” riep hij opeens uit, net iets te hard. Ik voelde een schok door me heen gaan. De jongen hing op. Langzaam en verslagen stopte hij de laptop in zijn tas. Hij haalde de oordopjes uit zijn oren. Hij staarde voor zich uit en ik bestudeerde hem onopvallend. Het was alsof de tijd was stilgezet. Het voorbijrazende landschap achter de ramen van de trein vervaagden naar de achtergrond. Hij legde zijn hoofd tegen de stoel voor hem en typte iets op zijn iPhone. Mijn boek was nog steeds opgeslagen op bladzijde één. Toen zag ik de tranen die op de grond vielen. Hij schokte met zijn schouders, zijn gehuil was nauwelijks hoorbaar. Ik legde mijn arm om zijn schouder en boog me naar hem toe. “Wat is er aan de hand? Is er iets gebeurd?” vroeg ik zachtjes, zodat niemand anders in de coupé het kon horen. Hij keek me aan, zijn ogen straalden intens verdriet uit. Hij probeerde iets te zeggen, maar het lukte niet. Hij liet me de sms zien die hij net naar iemand had gestuurd. “Mijn moeder is overleden,” stond er. Hij zat daar, naast mij, verscheurd en alleen. Ik hield hem vast en fluisterde ‘wat erg’ in zijn oor. Hij legde zijn hoofd tegen mijn schouder en huilde. Het station Zwolle naderde, ik moest eruit. Hij ging door naar Groningen, nog verder zelfs. Ik zei dat ik eruit moest. Mijn gevoel schreeuwde dat ik moest blijven zitten.

Ik stond op. Hij droogde zijn tranen en liet me erlangs. Ik bleef niet zitten en ik weet niet waarom. Omdat het mijn probleem niet was? Omdat het niet mijn leven was of omdat hij geen onderdeel van mijn leven was? Misschien omdat mijn les een kwartier later begon of omdat ik dacht dat hij alleen wilde zijn. Maar hij wilde niet alleen zijn, hij had een arm om zich heen nodig. Hij verdiende het niet om daar in de trein achtergelaten te worden, alleen met zijn verdriet. Maar ik deed het. Opstaan en weglopen. Ik liep weg van iemand anders leven, omdat ik dacht dat ik iets ‘moest’. Ik liet hem achter, omdat ik mijn gevoel niet volgde.

Hij zal dit moment nooit meer vergeten. Het moment waarop je hoort dat je moeder is gestorven. Hij zal over twintig jaar nog steeds weten waar hij was, wanneer het was en hoe hij zich toen voelde. Zoals mensen die nog precies weten waar ze waren toen ze het nieuws van 9/11 hoorden, toen Pim Fortuyn was doodgeschoten of toen Herman Brood van het Amsterdamse Hilton Hotel was gesprongen. Maar ik, ik ben over een maand alweer vergeten op welke dag van de week het was toen de jongen hoorde dat zijn moeder was overleden. Het is niet mijn verdriet, maar dat had het kunnen zijn. En dan… Dan had ik ook een arm om me heen gewild.

Lotte

6 comments to “Tranen uit een ander leven”

You can leave a reply or Trackback this post.
  1. tristam - 12 november 2012 Beantwoorden

    heel mooi geschreven!

  2. DaphneH - 12 november 2012 Beantwoorden

    Heel mooi Lotte, heel mooi!

  3. Joan - 12 november 2012 Beantwoorden

    Lotte, je kent me wel als ik zeg dat ik de vader van Ruben ben. Ik ben diep diep diep onder de indruk van je verhaal. Je hebt talent, dat vind ik mooi!!

  4. Joke - 13 november 2012 Beantwoorden

    heel mooi om te lezen, heel bijzonder Lotte en zeer goed geschreven. Dit raakt me en we weten dat het de realiteit ook vaak is hè. Suc6 met alles lieverd, liefs, Joke

  5. Jolanda van Gent - 26 november 2012 Beantwoorden

    Jij zat op het juiste moment op de juiste plaats in de trein, de jongen kwam op de juiste tijd, ging op de juiste plaats naast jou zitten, alles klopte die rit, jij was het die de jongen een schouder mocht bieden, dit was voor hem, een moment van eerste troost en van onschatbare waarde! Het moment was onzichtbaar getimed.

    Mooi dat je dit hebt mogen mee maken Lotte!

    Alles heeft een rede!

    Groetjes, Jolanda

  6. Stieneke Richardson - 9 januari 2013 Beantwoorden

    Wat heb je dat prachtig geschreven Lotte. Ik vind dat je heel goed gehandeld hebt t.a.v. Die jongen. Vanuit je gevoel en je had ook niet veel tijd om te beslissen of je mee zou reizen. Ik kan me wel voorstellen dat het erg aangreep en je een beetje vertwijfeld uitstapte.
    Ga door met schrijven maar dat hoef ik waarschijnlijk niet te zeggen dat doe je toch wel succes!

Leave a Reply

Your email address will not be published.