De glinstering van verbondenheid

Het is zes uur in de ochtend en ik loop over straat. Die nacht is er veel sneeuw gevallen: het eerste pak sneeuw van het jaar. Ik moet oppassen dat ik niet uitglijd over de sneeuw die zich in de laatste uren van de nacht tot een dun laagje ijs heeft gevormd. De donkere huizen geven aan dat het grootste gedeelte van Nederland nog slaapt. Ik trek mijn capuchon verder over mijn hoofd. Het is donker en stil en het lijkt alsof ik de enige op aarde ben. Pas een uur later zal een meneer op de radio melden dat Nederland langzaam aan het ontwaken is in een wit landschap. Ik ga rechtsaf, de kant van het station op. Dan loopt iemand mij tegemoet. Het is een man met een hond. Wanneer we elkaar passeren voelen de man en ik het allebei. Er is een glinstering van verbondenheid. We delen iets. Ik heb dan wel geen hond, maar daar op die plek, op dat moment, zijn wij de enige die wakker zijn. Hij groet me. Ik groet terug.

Twee uur later loop ik weer over straat. Weliswaar op een andere plek, in een andere stad, maar nog steeds loop ik zo voorzichtig mogelijk over de ijzige sneeuw. In deze straat, op dit moment, zijn veel mensen. Niemand groot elkaar, Nederland is wakker.

Pas die middag is het er weer, de verbondenheid. De sneeuw heeft voor vele vertragingen van de treinen gezorgd. Reizigers zijn al uren onderweg en zijn nog verre verwijderd van hun eindbestemming. Vermoeide gezichten klaren op wanneer een ander vermoeid gezicht een gesprek met ze aanknoopt. Het gaat over het weer, over de vertragingen en dan al snel over waar ze geweest zijn en waar ze naar op weg zijn. Tussen alle reizigers hangt een glinstering, de glinstering van verbondenheid.

Al snel is de sneeuw verdwenen en de meeste treinen rijden weer op tijd. Zo snel als de sneeuw is gesmolten, is de glinstering van verbondenheid verdwenen. Reizigers lezen een boek, bekijken door het treinraam de laatste restjes sneeuw, luisteren muziek of doen spelletjes op hun telefoon. Dan rijdt de trein over iets heen. Hard gerinkel en krakend hout is hoorbaar. De vloer trilt van datgene dat geraakt is. De gezichten kijken op, eerst naar buiten en dan naar elkaar. Even is het stil en dan beginnen de reizigers te praten. Wat dat wel niet geweest zal zijn. De glinstering van verbondenheid is terug. Voor heel even…

 

 

© Lotte Keizer, 2012

Lotte

Leave a Reply

Your email address will not be published.