De yogadocente en de nette professor

“Mag ik hier zitten?” vroeg een kleurrijk geklede vrouw mij, terwijl ze naar de lege plek naast mij wees. Ik antwoordde dat dat natuurlijk mocht.
Schuin tegenover mij zat een man. Aan zijn colbert hing een zilveren kettinkje en een broche in de vorm van een vlag. Tussen zijn donkere haar waren grijze plekken te vinden, die alleen opvielen als je goed keek. Het haar was netjes in een scheiding gekamd. Zijn dunne langer wijsvinger gleed over de bladzijde van een document. Hij maakte aantekeningen, die hij aan de rechterkant van de tekst zette. Zijn handschrift was netjes, precies zoals hij als kleine jongen met inkt had leren schrijven.

De vrouw ging zitten en zette haar stoffen tas op de grond en sloeg een boek open. Onopvallend las ik de tekst die zij ook las. Het ging over de liefde van een Indiase goeroe. En hoe je zelf liefde kunt geven. Terwijl ze een bladzijde omsloeg, stootte ze zachtjes met haar voet tegen die van de man.
Hij keek op en glimlachte. “Veel ruimte is er niet, hè.” Zijn stem klonk deftig.
“Het is wel beter dan in de Indiase treinen. Daar zit je met allemaal konten tegen elkaar en lig je als apen op kleine slaapbanken.”
De man knikte uitbundig. Hij was ook in India geweest. “Iedereen zou toch eens in zijn leven in Azië geweest moeten zijn,” zei hij. “Dan weet je hoeveel ruimte we hier hebben.”

Ik dacht aan de 25 uur durende treinreis door India die ik eens met mijn zus had gemaakt. Huilend hadden we met onze kleine Nederlandse billen tussen een tiental paar andere billen vastgezeten. We hadden jankend moeten aanzien hoe ons dure treinkaartje, vanaf het moment dat we de trein hadden betraden niks meer waard was geweest vanwege onze huidskleur. Zwartrijders hadden ongegeneerd onze bedden ingenomen en niemand die onze taal begreep. Maar een heel grote familie en wij bleken wel één gezamenlijke taal te spreken. Dat was de taal van onmacht en verdriet. Het maakte niet uit dat er al tien kinderen in de hoeken van de smalle banken waren gepropt en dat de volwassenen hun adem in moesten houden om niet van de bank te glijden. Wij pasten er heus wel bij. We kregen hun eten, we kregen aaitjes op onze bol en we kregen hun slaapplek. En vanaf toen hield ik van India. Van de chaos, van de momenten waarop je het denkt te haten, maar waarvan je ook weet dat je het later voor geen goud had willen missen.

Dat een treinreis in India er zo uitziet vertelde ik niet, want dat wisten ze al. Ze hadden het gesprek allang een vervolg gegeven. Een vervolg dat ik nooit had zien aankomen. De man vertelde over zijn werk als professor op de universiteit: hoe de studenten tegenwoordig zo open-minded zijn. De vrouw vond dat fantastisch. Ze heeft een yogaschool, vertelde ze. En ze schrijft een boek voor kinderen over yoga. Hij geeft recht en religie als vak. Hij sprak over de politiek en over de Tweede Wereld oorlog, hoe mensen in tijden van crisis radicaal worden.
Hun persoonlijke onderwerpen verschilden van elkaar, maar samen spraken ze de hoop uit dat de crisis deze keer anders zou gaan, met de nieuwe generatie.

Toen de trein bij het volgende station langzaam tot stilstand kwam, stond de man op. “Een prettige dag,” zei hij plechtig.
De vrouw wendde zich tot mij. “Wat bijzonder hè.” Haar ogen straalden. “Zo’n man die…” ze twijfelde even, maar ik wist wat ze wilde zeggen. Hij was het tegenovergestelde als zij. “Een professor,” besloot ze. “En dat allemaal door India.”
Ik knikte.
De trein was tot stilstand gekomen en geschrokken stond ze op. Ze moest er ook uit. Ze zwaaide naar me tot ze uit het zicht verdwenen was. Ik zwaaide terug.

Een treinreis doet iets met mensen. Mensen die nooit met elkaar in gesprek zouden gaan, gaan met elkaar in gesprek. Zij was de yogadocente, hij de nette professor. En ze hadden van elkaar geleerd, naar elkaar geluisterd. Elkaar vol bewondering aangestaard. En niet alleen ik had dat opgemerkt, ook zij. En hij.

Lotte

Has one comment to “De yogadocente en de nette professor”

You can leave a reply or Trackback this post.
  1. Twan - 4 november 2013 Beantwoorden

    Een héle grote glimlach op mijn gezicht nu…
    Dank je wel voor je verhaal.

Leave a Reply

Your email address will not be published.